Naast mijn job in Praktijk Neureka werk ik ook als praktijkassistente aan de Universiteit van Antwerpen. Voor mij is dit een ideale combinatie van twee werelden. Het stelt me in staat om up-to-date te blijven met de recentste literatuur en elke dag bij te leren, naast het lesgeven zelf. Het tweede semester aan de universiteit is ondertussen weer gestart. Samen met een aantal collega’s verzorg ik de lessen Klinisch Neurologisch Onderzoek. Dit sluit nauw aan bij mijn dagelijkse praktijk. Misschien denkt u: is dat niet voor de dokter of neuroloog? Ja, maar wanneer een dokter een bepaald verslag maakt, moet ik de resultaten ook kunnen interpreteren. Daarnaast komt het vaak voor dat patiënten klachten aangeven zoals tintelingen of doofheid. Voor ons als kinesitherapeuten zijn dit signalen om een klinisch neurologisch onderzoek uit te voeren. Zo kan ik bepalen welk hersengebied en/of welke zenuwbanen mogelijk zijn betrokken.
Hoe verloopt dit onderzoek?
Ik werk systematisch: ik test achtereenvolgens het gevoel, de spiertonus, reflexen, cognitie, evenwicht en coördinatie. Afhankelijk van de klachten onderzoek ik één specifieke hersenzenuw of meerdere zenuwen. Bij een klacht zoals doofheid in de onderkaak start ik bijvoorbeeld met een standaard onderzoek naar de mobiliteit en kracht van de kaak. Doofheid kan wijzen op een gevoelsprobleem en dus op neurologische problematiek. In dat geval voer ik een klinisch neurologisch onderzoek uit van de kaakzenuw (nervus trigeminus) en eventueel de aangezichtszenuw (nervus facialis). Concreet onderzoek ik dan de functie van de zenuw, palpeer ik de zenuw en test ik de flexibiliteit van het zenuwstelsel via een neurodynamische test. Deze informatie helpt vaststellen of er sprake is van een neurologische problematiek.
Wat kan craniofaciale therapie betekenen?
Als het klinisch neurologisch onderzoek negatieve resultaten geeft, zoek ik verder naar andere betrokken structuren of een geschikte doorverwijzing (bijvoorbeeld huisarts, specialist, logopedist, tandarts of orthodontist). Zijn de testen positief, dan probeer ik de druk op en rond de zenuw te verminderen. Dit kan door directe technieken, zoals het verminderen van compressie op de zenuw of omliggende structuren, of door indirecte technieken, waarbij ik gevoelige structuren vermijd maar toch indirect beïnvloed. Bij doofheid in de onderkaak zou ik bijvoorbeeld via de nek of schedel werken om de zenuw op afstand te beïnvloeden. Mijn aanpak is afhankelijk van de klacht en de persoon. Dit combineer ik eventueel met oefeningen om de zenuw op rek te brengen, de houding te verbeteren of andere doelen te bereiken. Mijn behandeling richt zich op het verbeteren van klachten, zodat ze letterlijk niet meer “op je zenuwen werken”. 😊
Artikels:
Calixtre LB, Oliveira AB, de Sena Rosa LR, Armijo-Olivo S, Visscher CM, Alburquerque-Sendín F. Effectiveness of mobilisation of the upper cervical region and craniocervical flexor training on orofacial pain, mandibular function and headache in women with TMD. A randomised, controlled trial. J Oral Rehabil. 2019 Feb;46(2):109-119. doi: 10.1111/joor.12733. Epub 2018 Oct 26. PMID: 30307636.
Childress MA, Becker BA. Nonoperative Management of Cervical Radiculopathy. Am Fam Physician. 2016 May 1;93(9):746-54. PMID: 27175952.
Sanders RD. The Trigeminal (V) and Facial (VII) Cranial Nerves: Head and Face Sensation and Movement. Psychiatry (Edgmont). 2010 Jan;7(1):13-6. PMID: 20386632; PMCID: PMC2848459.
Zakrzewska JM. Differential diagnosis of facial pain and guidelines for management. Br J Anaesth. 2013 Jul;111(1):95-104. doi: 10.1093/bja/aet125. PMID: 23794651.
Geef een reactie